Jan van Schengenschool: Samenwerking peuter (Kibeo) – kleutergroep
Prisma heeft een strategisch beleidsplan ontwikkeld dat de koers bepaalt voor de komende vijf jaar. In deze koers zijn doelen opgesteld waar de onderwijsgroep naartoe wil werken. Binnen dit plan richten we ons samen op drie leerlijnen: leerlijn 1: Opgroeien in de mini-maatschappij, leerlijn 2: Nieuwsgierige en betrokken leerlingen en leerlijn 3: Onderwijsprofessionals aan zet.
In Heinkenszand staat de Jan van Schengenschool. Als integraal kind centrum realiseren zij met kinderopvangorganisatie Kibeo een vloeiende overgang tussen peuteropvang en kleuteronderwijs. Door nauw samen te werken, zorgen onderwijsprofessionals en pedagogisch medewerkers voor een doorlopende ontwikkellijn waarin elk kind zich gezien, gehoord én uitgedaagd voelt.
Deze samenwerking sluit naadloos aan op de strategische koers van Prisma scholengroep.
Binnen het thema Onderwijsprofessionals aan zet worden onderwijsdoelen gezamenlijk voorbereid, processen samen geëvalueerd en wordt gewerkt op basis van gedeelde verantwoordelijkheid en elkaars talenten.
Van ‘lokaal over’ naar krachtige samenwerking
Wat begon als een praktische oplossing, een leegstaand lokaal beschikbaar stellen aan de kinderopvang, groeide uit tot een inhoudelijk sterk en betekenisvol partnerschap. “We hadden een lokaal over, en ik vroeg mijzelf af: kan daar geen kinderopvang in? Die medewerking kregen we meteen. En zo is het gaan rollen,” vertelt schooldirecteur Herman van den Dries.
Het resultaat is een peutergroep die letterlijk en figuurlijk in het hart van de school zit.
Letterlijk, want de lokalen van de school liggen rondom een centrale hal. Figuurlijk, omdat peuters en kleuters steeds meer met én van elkaar leren. “De peuters komen ’s ochtends al de school binnen, zien de leerkrachten, gymmen mee en spelen buiten met de kleuters. De drempel van peutergroep naar school is eigenlijk helemaal verdwenen.”
Onderwijsprofessionals aan zet: gedeelde voorbereiding, gedeelde verantwoordelijkheid
Onderwijsprofessionals en pedagogisch medewerkers bereiden gezamenlijk thema’s en activiteiten voor. Denk aan themaprojecten rondom de seizoenen of feestdagen. “Zowel de kleutergroepen als de peutergroepen hebben eenzelfde dagritme. Dat verbindt en zorgt dat peuters, wanneer ze uiteindelijk de stap maken naar het basisonderwijs, dit herkennen.
Daarnaast bekijken de kleuter- en peutergroep rondom een themaproject wat interessant kan zijn en wat ze van elkaar verwachten. Deze samenwerking rust dan ook op een gedeelde verantwoordelijkheid,” beschrijft schooldirecteur Van den Dries. In het digitale volgsysteem leggen pedagogisch medewerkers en onderwijsprofessionals observaties van het kind vast.
“Je kan goed van elkaar zien wanneer gegevens ontbreken. Het is de bedoeling dat we die gezamenlijke verantwoording voelen en elkaar daar ook op aanspreken. Want bijvoorbeeld een warme overdracht, van een peuter die naar de kleutergroep overstapt, moet kloppen.”
Blije kinderen, blije ouders
De eerste ervaringen van kinderen en ouders met de peuter-kleutergroep zijn positief.
Peuters voelen zich onderdeel van de school. “Sommige driejarigen zijn toe aan meer uitdaging. Dan laten we ze af en toe meedraaien met de kleuters, dat werkt stimulerend,”
vertelt hij. Ouders waarderen de soepele overgang. “Ze kennen de school en weten wie de onderwijsprofessional is. Dat geeft rust.”
Samen leren is beter signaleren
De samenwerking maakt vroeg signaleren mogelijk. “Onze interne begeleider gaat soms al in gesprek over een peuter voordat deze officieel is aangemeld. Zo weet je samen: wat is er
nodig, kunnen wij dat wel of niet bieden.” Dat maakt het gesprek met ouders gemakkelijker en helpt het kind beter te landen in een klas. “Voor ouders is het fijn, ze kennen de
leerkrachten al, ze weten wie erbij hoort. En de peuter herkent de gezichten van de juffen en meesters.
De kracht van samenwerking
Wat deze samenwerking krachtig maakt, is dat elke professional handelt vanuit zijn of haar eigen autonomie én een gedeelde verantwoordelijkheid. Onderwijsteams worden versterkt
met pedagogische medewerkers en andersom wordt de expertise van onderwijsprofessionals benut om de peutergroepen te verrijken. “Iedereen draagt bij aan de doorgaande lijn en wordt gewaardeerd om de unieke inbreng. Hiermee moeten we wel in gedachten houden dat een peuter geen kleuter is. Daarop blijft het team scherp, reflecterend en lerend.”
Leren van elkaar
Hoewel verschillen in werktijden en systemen tussen onderwijs en opvang soms een uitdaging vormen, blijkt steeds weer: als de communicatie goed is, is er veel mogelijk. Door regelmatig te evalueren, samen overleg te voeren en afspraken vast te leggen in kwaliteitskaarten, blijft de samenwerking stevig verankerd.
“Zo kun je verwachtingen bijstellen en bewaken. Het gevaar is dat je dingen blijft doen omdat het altijd zo ging. Maar je moet jezelf blijven afvragen: waarom doen we dit? Voor welk kind werkt dit? Dat vraagt om voortdurende aandacht.”
Door de blik van meerdere professionals te combineren, zie je meer en kun je gerichter adviseren of een kind juist extra uitdaging of ondersteuning nodig heeft. “In principe kunnen we zo meer uitdaging bieden aan een peuter. En andersom kunnen pedagogisch medewerkers meekijken of een kleuter extra ondersteuning nodig heeft.”
Vooruitkijken in de samenwerking
De ambities voor de toekomst zijn duidelijk: binnen thematisch onderwijs nog meer zoeken naar versterking tussen onderbouw en bovenbouw. “Zodat er een doorgaande lijn ontstaat van peuters naar groep 8 waarbinnen elk kind zich kan ontwikkelen.”